Laattijdig bezwaarschrift - verzoek tot ambtshalve ontheffing - laattijdig neergelegde jaarrekeninge
Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge dd. 09.04.2018 - Volgens verweerder werd het bezwaarschrift laattijdig ingediend en is de vordering derhalve niet toelaatbaar. Vermits eiseres geen bezwaarschrift heeft ingediend conform de artikelen 366 en 371 WIB 1992 en zodoende geen voorafgaandelijk georganiseerd administratief beroep heeft ingesteld, is haar eis volgens de rechter niet toelaatbaar op grond van artikel 1385undecies, eerste lid Ger.W., in zoverre haar schrijven wordt beschouwd als een bezwaarschrift. In haar schrijven en ook in het verzoekschrift vraagt eiseres evenwel ambtshalve ontheffing. Conform artikel 376 §1 1° WIB 1992 bedraagt de termijn voor een ambtshalve ontheffing 5 jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd. Eiseres bewijst evenwel geen materiële vergissing (rekenfout, schrijffout of andere grove vergissing onafhankelijk van de juridische beoordeling), dubbele belasting of nieuw stuk of feit. De laattijdig neergelegde jaarrekeningen betreffen volgens de rechter geen nieuwe stukken of feiten in de zin van artikel 376 §1 WIB 1992.
ÂÂ