PB Fiscale woonplaats
Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Luxemburg dd. 13.07.2017 - Eisers, die een afzonderlijke woonplaats hebben naar aanleiding van een rechterlijke beslissing, betwisten de belasting in België wegens een verblijfplaats van mijnheer in Frankrijk. De rechtbank herinnert aan de regels inzake de fiscale woonplaats zoals vastgelegd in artikel 1 van de overeenkomst tussen België en Frankrijk, en meer in het bijzonder de grensarbeidersregeling. In onderhavig geval schuift de administratie, teneinde vast te stellen dat eisers tijdens de jaren 2007 en 2012 (aanslagjaren 2008 tot 2013) een domicilie in België had, als reeks aanwijzingen naar voren, namelijk dat: - eisers op 19 april 1980 gehuwd zijn en eigenaar zijn van de woning te 6769 MEIX-DEVANT-VIRTON; - mijnheer op 21 november 2002 bij de gemeente MEIX-DEVANT-VIRTON zijn vertrek heeft laten inschrijven naar het adres te 08140 BAZEILLES, maar hij gaf zijn adreswijziging pas in december 2011 aan bij het Belgische consulaat in Frankrijk; - in een bevel van de vrederechter van VIRTON van 3 december 2012 werden de dringende en voorlopige maatregelen tot in juni 2003 vastgesteld, waaraan echter geen gevolg werd gegeven; - mijnheer heeft een levensverzekering afgesloten waarvan de begunstigde zijn echtgenote is, en de scheiding heeft niet geleid tot een wijziging van begunstigde; - tijdens de betwiste jaren stond de telefoonaansluiting van de echtelijke woonst nog steeds op naam van mijnheer; - hoewel de beschikking van de vrederechter van 3 december 2002 alleen voorzag in de betaling van onderhoudsgeld aan mevrouw, bleven de facturen met betrekking tot de levering op naam van mijnheer staan en werden ze ook door hem betaald. Eisers betwisten dat het om een reeks van aanwijzingen gaat die volstaat om het bewijs te leveren van het bestaan van een domicilie in België aan de hand van ernstige, nauwkeurige en overeenstemmende vermoedens. In onderhavig geval weerleggen ze elk van de aanwijzingen die door de BELGISCHE STAAT worden gebruikt. Deze weerleggingen van de verschillende elementen, naast het feit dat ze de nauwe banden benadrukken die bleven bestaan tussen eisers in de loop van de betwiste aanslagjaren, zijn niet van dien aard dat ze de ernstige, nauwkeurige en overeenstemmende vermoedens dat mijnheer zijn duurzaam tehuis in België heeft behouden, kunnen ontkrachten. Het is inderdaad kenmerkend voor dit bewijsmiddel dat het alleen kan overtuigen indien alle elementen met elkaar worden verbonden. Bovendien beweert mijnheer, in de zin van de toepasselijke bepalingen van het verdrag, dat het centrum van zijn levensbelangen zich in Frankrijk bevond. Om het bestaan van een duurzaam tehuis in BAZEILLES aan te tonen, verwijst hij naar attesten van verschillende verzekeringsmaatschappijen en overheidsinstanties. Daarnaast stelt hij dat de rudimentaire levensomstandigheden in zijn kamer in Frankrijk, zonder badkamer en / of privé-wc, een keuze zijn. Volgens de rechtspraak die de rechtbank overneemt, is de plaats waar iemand het centrum van zijn levensbelangen heeft, de plaats waar die persoon vast verblijft, waar hij de haardstede van zijn gezin en het middelpunt van zijn levensbelangen heeft (sociale, economische, culturele, politieke relaties en activiteiten, ...), waar hij een echte woning heeft en waar hij blijk geeft van het voornemen om er zich te hechten of terug te keren na lange en zelfs frequente afwezigheden. De rechtspraak die de rechtbank overneemt, is tevens van mening dat het feit dat men een klein appartement huurt in Frankrijk, er zich laat inschrijven in het bevolkingsregister, er een voertuig laat inschrijven en verzekeren, er belastingen betaalt en een onderlinge verzekering afsluit, in het licht van voorgemelde elementen niet van dien aard is dat het aantoont dat de belastingplichtige zijn domicilie daadwerkelijk naar Frankrijk heeft overgebracht, waarbij het domicilie wordt begrepen als de plaats waar hij vast verblijft, waar hij de haardstede van zijn gezin heeft evenals het middelpunt van zijn levensbelangen. De rechtbank kan alleen maar concluderen dat deze elementen, in hun geheel bekeken, een overdracht van het centrum van de levensbelangen van het echtelijke huis te MEIX-DEVANT-VIRTON naar Frankrijk, hetzij in BAZEILLES hetzij in THONNELLE, lijken uit te sluiten Ze lijken er eerder op te wijzen dat mijnheer zijn familiale, sociale en culturele banden in België heeft behouden. Hij toont hoe dan ook niet aan dat hij ze tijdens de betwiste aanslagjaren in Frankrijk zou hebben gehad en dat zijn domicilie in Frankrijk fictief was voor belastingdoeleinden. Het verzoek is ongegrond.
Gerald Driesen, belastingconsulent, conseil fiscal.