Personenbelasting - Herkwalificatie inkomsten in toepassing van artikel 344 §1 WIB92
Â
Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge dd. 19.02.2018 - Eerste eiser was zelfstandig apotheker tot 1986. Op 3 februari 1986 richtte hij de BVBA Apotheek 'D' op die de apotheek verder uitbaatte. Eerste eiser werd bedrijfsleider. Als zelfstandig apotheker kocht eerste etser aandelen van de coöperatieve vennootschap 'I'. 'I' is een erkende coöperatieve vennootschap die in de professionele behoefte van haar deelnemers (apotheken) voorziet. Ook toen de apotheek werd uitgebaat door de BVBA Apotheek 'D' en eerste etser bedrijfsleider was, bleef eerste eiser aandelen kopen van 'I'. Van 1987 tot en met 2000 heeft eerste etser in totaal 5.973 aandelen gekocht van 'I'. In de loop van 2012 treedt eerste eiser uit 'I' en realiseert hij een meerwaarde op de 5.973 aandelen t.b.v. 398.355,87 EUR. De administratie belast met toepassing van artikel 344 §1 WIB 1992 de gerealiseerde meerwaarde als bedrijfsleidersbezoldiging. Volgens verweerder heeft eerste eiser rechtshandelingen gesteld (aankoop van de aandelen 'I', vernietiging van de aandelen en de geldstroom naar eerste eiser), waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstelling van artikel 32 WIB 1992 buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst. Uit het dossier blijkt dat eerste eiser vanaf 1987 tot 2000 aandelen heeft gekocht van de coöperatieve vennootschap 'I'.. Hij kon dit enkel doen omdat hij bedrijfsleider en vennoot was van een vennootschap die een apotheek uitbaatte. Het aantal aandelen dat eerste eiser jaarlijks kon kopen van 'I' was afhankelijk van de aankopen door de BVBA Apotheek 'D' bij 'I'. Op zich was het toegelaten dat eerste eiser aandelen kocht van 'I', zoals blijkt uit de statuten van de coöperatieve vennootschap 'I'. Uit niets blijkt ook dat eerste eiser de aandelen van 'I' gekocht heeft met gelden afkomstig van de BVBA Apotheek 'D'. Niet bewezen is dat eerste eiser bij aankoop van de aandelen de intentie had om zich te onttrekken aan artikel 32 WIB 1992. Uit niets blijkt dat eerste eiser de aandelen in strijd met enige wettelijke bepaling verkocht heeft. Vast staat wel dat eerste eiser ingevolge de verkoop van de aandelen 'I' een meerwaarde heeft gerealiseerd. Deze meerwaarde komt hem toe want de aandelen waren zijn eigendom. Eerste eiser heeft zich geen gelden die toekomen aan de BVBA Apotheek 'D' toegeëigend, De meerwaarde heeft eerste eiser niet verkregen via een kunstmatige constructie met de bedoeling zich buiten artikel 32 WIB 1992 te plaatsen. Verweerder bewijst niet, noch op basis van vermoedens of van andere toegelaten bewijsmiddelen en noch op basis van objectieve omstandigheden dat er sprake is van fiscaal misbruik. Verweerder heeft artikel 344 §1 WIB 1992 onterecht toegepast en de aanslag is derhalve nietig.
Â